Het hoofd wil rust, ik zoek een kist, een doekje voor het zweten.
Een zwachtel voor het dansen van mijn voeten
op het asfalt. Ik bevrijd de fee in mij.
Het hoofd moet vrij, en wind moet waaien
door de geest, het heeft gewoon de tijd, de stilte, nee.
Het hoofd voedt de kadans in mij, het gretig lijf,
Mijn voeten zijn de hoek al om, het hart drie slagen verder
Het hoofd blijft achter, kijkt niet
verder dan de kale horizon.